dinsdag, mei 20, 2008

someone puts himself
in your hands
recalling memory
identity
just look forward ?
that's what saved him
watching and copying
patience

leave it to experts
strange things are going on
surrounded by water
keep it in serenity
find the real effect

as if glued together
compassion
generous
beautiful because of the logic
in different forms

poetic power
widespread support
dressed the same way
what am I thinking about ?
freedom of movement

acceptable
no one to blame for
it came from me
a way of using my life

take care
my own kind of courage
thoughts in mind

there was this period
impossible binds
returning to as it was
minimise risks

old houses
what do they look like ?
well sheltered
things that matter
the only thing
that's right
as if there is a choice
on it goes
I love it
it is really slippery
I have to keep going
no direction

het is nooit echt routine
geworden
beginnen bij het begin
ik corrigeer de fouten niet

aan iets anders denken
geen plek voor vermoeidheid
met gerust hart
hoofdzakelijk geilheid ?
dat is het niet alleen
wat is er gaande ?
het is om zeg maar
een beter leven
te hebben
vrij heftig
sommige dingen
vergeet ik nooit meer

het oude gezicht verlicht
zwarte ruimte
die sterren scheidt

mijn hoofd naar boven gericht
gedachten gaan terug
woorden herhalen
dezelfde woorden
10
ik zou even kunnen rusten, tegen de eerstvolgende auto hangen, daarvoor gun ik me de rust niet, ik heb werk te doen, mijn makker ontmoeten, weer het felle licht, dat me het trottoir opgooit, weer, twintig tegels voor niets, twintig keer de ene voet na de andere, even stilstaan, als dat al mogelijk zou zijn, dat valt niet te verwachten, geen geduld, lopen is mijn lot, naar voren gaan is beter gezegd, ik kan niet zeggen dat wat ik doe op lopen lijkt, naar voren gaan, stilstaan is eigenlijk meer mijn aard, ik zou er veel voor over hebben, kunnen hebben, al weet ik niet wat, wat ik er voor over zou kunnen hebben, een soort vaart, niet meer dan een soort, amper noemenswaardig, mijn naar voren gaan heeft een vaart,niet te stuiten, amper noemenswaard, schuifel ik, schuiven mijn voeten, verschuif ik mijn voeten, een nieuwe poging,
8
ik slenter, laat ik er van uitgaan dat dat nu is, ik slenter dus, beter gezegd ik slinger langs de auto's, die langs de stoeprand staan, opzoek naar mijn metgezel, verblind door het zonlicht dat door het glas wordt weerkaatst, de ene poging na de andere mislukt, het geslinger neemt toe, volhouden, niet opgeven, steeds, vlak voordat ik een nieuw autoraam nader, kijk ik snel even weg om het felle zonlicht in mijn ogen te vermijden, uit te stellen, steeds als ik dat doe is het alsof ik mijn metgezel zie, in een flits, ik weet dat het niet kan, maar toch, door de felle zon ben ik het contact met de omgeving kwijtgeraakt, zo goed als kwijtgeraakt, ik concentreer me op de autoruiten, door het gedoe met het zonlicht en mijn geslinger, mede daardoor, heb ik al een paar keer mijn hoofd gestoten, duizelig blijf ik mijn weg zoeken, volhouden, nog net helder genoeg besluit ik om te onderzoeken hoe het zit met mijn makker in een flits, ik richt me nu volledig op het moment net voordat ik in het verblindende licht kijk, ik neem als het ware een aanloop, slingerend nog steeds, dat wordt niet minder, wordt meer, daar is hij weer, weg, een kort moment maar, ik heb het gezien, hem, in het glas, overeenkomstig eerdere ontmoetingen, alleen sneller, korter, en dan weer het felle licht, duidelingwekkend,

9
ik slinger het trottoir weer op, duidelingwekkend, een tweede poging zoals gewoonlijk in het voorraam is zinloos, onmogelijk ook, de tijd tussen nu en de volgende gelegenheid heb ik nodig om te herstellen, die tijd tot de volgende auto schat ik op twintig tegels, twintig tegels, elk ter grootte van een voet, mijn voet, ik moet me staande zien te houden, niet stilstaan, de tegels helpen, de ene voet na de andere, makkelijker gezegd dan gedaan, hoeveel tijd heb ik? en valt het moment van mijn aankomst wederom samen met die van mijn metgezel? op de een of anderen manier klopt hier iets niet, ik bedoel met mijn metgezel, of met mij, ik heb barstende koppijn, de verblindende zon verblindt mijn toch al moeizaam werkende hersenen, nog even en ik bereik de volgende autoruit, tegel voor tegel, voet voor voet, mijn handen vooruit gestoken, ik wil niet weer mijn hoofd stoten, van een aanloop is nu geen sprake meer, het is wel wat ik wil, maar niet wat ik doe, ik doe wat ik kan, niet wat ik wil, zowel mijn linker als mijn rechter voet willen niet meer, ik bedoel dat ze niet meer omhoog kunnen, ik krijg ze niet omhoog, niet meer, mijn hoofd is tegelijkertijd licht en zwaar, met moeite volg ik de tegels, voet voor voet, schuifelend als een blinde, verblinde,